Het fabeltje van de zonnevlekken

We schrijven 6 oktober 2016, en nog steeds duiken er grote onjuistheden -ik noem het fabeltjes- op over het belang van zonnevlekken voor noorderlicht in noordelijke gebieden. Je zou verwachten dat de wetenschap dit fabeltje inmiddels heeft achterhaald, maar bepaalde marketingkanalen blijken toch nog steeds sterker dan de wetenschapskanalen...
Die fabeltjes zijn in de meeste gevallen immers lokkertjes om toeristen NU een reis naar het noorderlicht te doen boeken. Marketing op korte termijn dus. Want wat gaan ze volgend jaar vertellen?
Meer dan 90% van het noorderlicht dat ten noorden van de poolcirkel wordt waargenomen heeft immers niets te maken met zonnevlekken. Simpelweg omdat er geen zonnevlekken nodig zijn om ons zonnewinddeeltjes te leveren die hier het noorderlicht komen ontsteken. De zon zendt immers continu geladen deeltjes naar ons toe, waardoor er ook op elk moment kans is op noorderlicht aan een heldere hemel ten noorden van de poolcirkel. Verder naar het zuiden neemt die kans snel af.

Zo staat er momenteel een artikel op http://weekend.knack.be/ met de volgende tekst:

Het Noorderlicht wordt veroorzaakt door zonnevlekken. Hoe meer van die vlekken, hoe actiever de zon en hoe vaker het Aurora Borealis te zien is. De zon kent een cyclus van zo'n 11 jaar waarbij afwisselend een minimum aantal zonnevlekken (Solar Minimum) en een maximum aantal (Solar Maximum) te zien is. 2014 was het jaar van het Solar Maximum. Tijdens de drie jaar rondom het Maximum is het Noorderlicht het beste zichtbaar. De volgende piek zal pas halverwege de jaren 2020 zijn.

Dit is dus duidelijk geschreven door iemand die totaal niet weet waar het over gaat.
Want ten eerste leidt een actieve zon tot meer zonnevlekken, niet omgekeerd, en wordt het noorderlicht dus slechts in zeldzame gevallen veroorzaakt door zonnevlekken. In dat zeldzame geval moet er immers ook nog een plasmawolk uit zo'n vlek ontsnappen, en naar de Aarde gericht zijn. Gebeurt dat niet, dan heb je niets aan zo'n vlek aangezien het krachtige magneetveld waaruit zo'n vlek bestaat de zonnewinddeeltjes juist gevangen houdt. En dat is dus niet goed voor de noorderlichtintensiteit op zo'n momenten.

In een vorig artikel heb ik reeds uitvoerig toegelicht dat je véél meer hebt aan een coronaal gat, omdat de zon hier net NIET actief is. Er zijn daar geen krachtige magneetvelden aanwezig, waardoor er daarlangs een verhoogde deeltjesstroom de ruimte in kan ontsnappen. Zo'n groot coronaal gat was begin september 2016 reeds verantwoordelijk voor meerdere dagen fantastisch noorderlicht. Datzelfde coronale gat keerde na een rondje van 28 dagen om de zon, rond de maandwissel weer terug om opnieuw voor spektakel te komen zorgen... Dát zijn inderdaad de voornaamste bronnen van spektakel. Dus niet de actieve gebieden op de zon (zonnevlekken), maar slapende gebieden op de zon (coronale gaten). Ik kan het niet genoeg blijven herhalen.

Mocht er toch eens een plasmawolk uit een zonnevlek ontsnappen, dan staat dat inderdaad ook garant voor spektakel aan een heldere, noorderlijke hemel. Misschien zelfs in Nederland en België. Dat gebeurde bijvoorbeeld in oktober 2003. 
Maar het blijft eerder een zeldzaamheid. Het klopt dus wel dat de kans op zo'n uitbarsting toeneemt naarmate er meer zonnevlekken zijn, maar die kans is zeer relatief. En die relatieve kans is inderdaad een beetje groter in de jaren na een zonnevlekken-maximum, zo blijkt uit statistieken. Voor zover die statistieken compleet zijn... want eigenlijk hebben we net pas de eerste volledige cyclus meegemaakt in het internet-tijdperk. Een zeer relatieve kans dus dat het gebeurt, en de kans dat je net op dat moment in het hoge noorden bent -EN het helder is- maakt het allemaal nog veel relatiever. Ik zie dus geen enkele reden waarom je dit jaar zou moeten boeken, en niet volgend jaar... of een jaar daarna.

Het goeie nieuws is dus dat het noorderlicht ook de volgende jaren in z'n volle glorie te aanschouwen zal zijn in het hoge noorden. Tussen 67°NB en 72°NB heb je tijdens heldere nachten vaak een goede kans om oplevingen in de noorderlichtintensiteit te zien. Zolang de Bz-factor (ander verhaal) het poortje voor de zonnewinddeeltjes hier op Aarde maar wil openen. Het weer heeft in ieder geval tig keer meer invloed op de noorderlichtkans dan de zonnevlekkencyclus.

Ruben Weytjens

 

Bijlages

Puur voor de volledigheid even de actuele stand van zaken in de zonnevlekkencyclus: Na een piekje in 2012 volgde er nog een piekje in 2014, maar inmiddels zien we een scherpe daling in het aantal zonnevlekken. Met veel goede wil kan je 2014 dus als het piekjaar bestempelen, en zou je nu kunnen stellen dat we in 2016-2017 slechts 2 tot 3 jaar na die piek vertoeven. We zitten met gemiddeld 25 zonnevlekken echter al een flink stuk beneden het aantal van 75 uit 2003. Als ik de grafiek zo bekijk zou ik eerder besluiten dat we het volgende minimum erg snel naderen.

Maar gelukkig hebben we dus nog de coronale gaten. Zoals hier op 30 september 2016. (De omvangrijke donkere zones)