De te verwachten plasmawolk, afkomstig van de eruptie op maandagavond, liet vannacht lang op zich wachten. Zoals eerder aangegeven is het onmogelijk om een precies tijdstip op het moment van aankomst te plakken omdat de plasmawolk maar liefst 150 miljoen kilometer moet afleggen alvorens de Aarde wordt bereikt. Dat gebeurt bovendien niet aan een constante snelheid, de plasmawolk zal door wrijving in de ruimte stilaan aan snelheid verliezen. En helaas zijn we helemaal blind voor wat er onderweg met de plasmawolk gebeurt, totdat deze op 1.5 miljoen kilometer afstand van de Aarde de DSCOVR (en ACE) satelliet passeert. Daar worden oa. de snelheid, dichtheid en het magneetveld (Bt, Bz) gemeten.
Uiteindelijk werd het schokfront om 23:08UTC ter hoogte van deze satelliet gedetecteerd. Dit betekent 1u08 onze tijd, of 2u08 Finse tijd. Vanaf dan moest er dus nog 1,5 miljoen kilometer tot de Aarde worden overbrugd. Met een snelheid van 580km/sec duurde dat een klein uur. Dus pas tegen 3u zoiets arriveerde de plasmawolk in de buurt van de Aarde.
Uiteindelijk was de resterende snelheid niet zo hoog als ingeschat door NASA en NOAA, vandaar ook de late aankomst. Maar vooral: het magneetveld dat de plasmadeeltjes met zich meedroegen was niet gunstig geörienteerd voor een optimale koppeling met het magneetveld rond de Aarde. De Bz- factor moet immers zuidelijk (negatief) geörienteerd zijn om de plasmadeeltjes te laten verbinden met het magneetveld rond onze Aarde, om ze alzo in onze atmosfeer te doen geleiden. Daar wordt dan uiteindelijk het poollicht gegenereerd na botsingen met zuurstof en stikstof. In bovenstaande grafiek staat de Bz-factior in het rood weerggeven, en we zien dus dat deze na impact lange tijd positief werd. Dit betekent dat de meerderheid van de plasmadeeltjes werd afgeblokt, en dus ook geen noorderlicht kon komen veroorzaken.
Vandaar ook dat de Kp-waarde, welke een maat is voor de verstoring van het magneetveld op Aarde, minder hoog opliep dan de maximale waarde die eventueel mogelijk was. Dat is de waarde die in vele apps wordt gebruikt om noorderlicht te 'voorspellen'. Vele gebruikers weten echter niet dat dit een maximale waarde is die mogelijk is wanneer alle factoren meezitten. Of beter gezegd 'tegenzitten'. Want deze verwachting wordt door NOAA niet opgesteld voor de noorderlichtjagers, maar voor ruimtevaart en satellietcommunicatie. Een sterke zonnewind (plasmawolk) kan immers levensbedreigend zijn voor astronauten vanwege de ioniserende straling, of satellietcommunicatie (zoals GPS) sterk verstoren. Wanneer NOAA een mogelijke Kp 7 verwachten weten de astronauten in bijvoorbeeld ISS dat ze extra alert moeten zijn, maar zij weten ook dat dit niet zo ernstig hoeft uit te pakken. Vele noorderlichtjagers schieten echter uit hun dak omdat 'Kp 7 voorspeld wordt'. Nee, er is dan kans op Kp 7. En dat is al zeer interessant, want er is dan een relatief goede 'kans' op noorderlicht! Maar Bz is onvoorspelbaar en kan dus uiteindelijk tot een veel lagere Kp-waarde leiden. Uiteindelijk werd vannacht 'slechts' Kp 4 bereikt.
Dit was de verwachting zoals die in meerdere noorderlicht-apps te vinden was:
De Kp-7 kwam er dus nooit uit. Bovendien is de Kp-waarde een gemiddelde verstoring over heel de Aarde bekeken, en kan de lokale K-waarde een stuk lager zijn. Zoals vannacht bijvoorbeeld in Fins Lapland het geval was. In onderstaande grafiek zien we de magnetometer wel reageren op de aankomst van de plasmawolk om 00UTC (3u Finse tijd), maar de uitslag van de magneetnaalden was eerder beperkt.
Enkele dagen geleden was de verstoring daar veel sterker. Toen zagen we de X-component (in het rood) uitslaan tussen 11370 en 10370nT, terwijl dit vannacht slechts tussen 11290 en 11195 beperkt bleef.
Uiteindelijk was er rond 3u17 lokale tijd in het Finse Kuusamo zwak noorderlicht laag aan de horizon te zien. Hier gefotografeerd door een goede vriendin, Satu Räisänen:
Het was dus 'de bedoeling' (hoop) dat we zoiets in België en Nederland zouden te zien hebben gekregen, terwijl het spektakel in Finland compleet zou zijn geweest...
Veel technische uitleg dus, maar alles is dus wetenschappelijk te verklaren.
Bovenstaande wetenschap is dus ook de reden waarom ik geen enkele app gebruik waarin het noorderlicht op basis van de Kp wordt voorspeld. (de afbeelding werd me toegestuurd door een bevriend noorderlichtjager)
Ikzelf maak wél verwachtingen op een totaal andere manier, waarbij er ook geen tijdstip wordt vermeld voor bepaalde waardes of waarop noorderlicht kan verwacht worden. In de Voigt App wordt wel de maximaal te verwachten intensiteit van het noorderlicht voor het blote oog aangegeven, in combinatie met de weersverwachting. Dit doe ik aan de hand van een 'voorbeeld schaal', waarin foto's worden getoond met een geschatte intensiteit tussen 0 en 10. Het is geen exacte wetenschap, ook omdat niet iedereen even goede ogen heeft. De verwachte maximale intensiteit kan op eender welk moment in de loop van de avond of nacht worden bereikt, áls Bz ons gunstig gezind is. Dat staat er ook steeds bij vermeld:
**** Duiding bij de verwachtingskaartjes: ****
De intensiteit van het noorderlicht hangt af van het aantal zonnewind-deeltjes dat in onze atmosfeer getransporteerd kan worden, en hiervoor speelt de Bz-factor een grote rol. Hoe negatiever en hoe langer negatief deze waarde, hoe meer van de beschikbare zonnewinddeeltjes worden binnen gelaten en hoe intenser het noorderlicht bijgevolg kan worden. Deze waarde schommelt vaak tussen +10 en -10nT. Waarbij +2nT bijvoorbeeld een ongunstige waarde is, en er met een Bz van -2 tot -5nT al wel aardig wat noorderlicht verwacht kan worden. Toch zeker tijdens de korte substormen, waarbij talrijke deeltjes die ‘in de wachtkamer zaten’ tegelijk naar de atmosfeer worden geleid. De exacte timing waarop dit gebeurt is echter onvoorspelbaar.
Hoe hoger de snelheid van de zonnewind, hoe minder negatief Bz moet zijn om zichtbaar noorderlicht te produceren.
Als de Bz-factor langdurig gunstig blijft kan er tijdens de substormen een intensiteit bereikt worden zoals aangegeven in de kaartjes. Buiten de substormen ligt de intensiteit vaak enkele trapjes lager, met altijd kans op oplevingen. Indien de Bz-parameter langdurig positief blijft is er weinig zichtbaar noorderlicht te verwachten, maar doorgaans zal de Bz geregeld van polariteit wisselen. Helaas is dit onvoorspelbaar. Pas ongeveer een uur vooraleer de betreffende zonnewinddeeltjes de Aarde bereiken wordt de Bz gemeten door een satelliet.
Tot slot nog dit: Tussen 18 en 25 maart gaan we met ervaren en minder ervaren noorderlichtjagers op jacht in Fins Lapland. Elke avond gaan we alles uit de kast halen om het noorderlicht te zien en te fotograferen, maar ook overdag staat er veel actie gepland. Ik besef dat velen dit hier beneden aan het artikel niet meer zullen lezen, maar deze reis is ook echt gemaakt voor wie écht geïnteresseerd is in het noorderlicht. En dus wél alles heeft gelezen... Meer info via een klik op deze banner: